Boy Jansen
Mijn naam is Boy Jansen, trotse eigenaar van dit mooie bedrijf. Als jonge jongen, zo’n jaar of 12 oud, gaf ik als antwoord op de vraag: “Wat wil je later worden?”, het volgende: “Begrafenisondernemer of bakker”. Maar wanneer mensen in je omgeving vaak genoeg zeggen: “Nou, dat met die begrafenissen, dat is niks”, dan neig je al snel naar een andere richting. Zo koos ik voor de bakkersopleiding, maar al snel stapte ik over naar de horeca om meer met mensen in contact te komen. Toch voelde ik me nooit helemaal op mijn plaats in mijn eerdere werk.
Mensen die mij kennen, weten dat ik regelmatig van baan ben gewisseld, maar altijd bleef de wens om werkzaam te zijn in de uitvaartbranche aanwezig.
Na talloze sollicitaties en vele afwijzingen, omdat ik in de ogen van ondernemers te jong was, liet ik het een tijdje rusten. Totdat alles op zijn plek viel en ik werd aangenomen bij een uitvaartonderneming. Daar heb ik ontzettend veel mogen leren en heb ik alle facetten van dit mooie vak eigen kunnen maken. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en al snel groeide de wens om een eigen uitvaartonderneming te starten. Een onderneming waar ik het helemaal op mijn ‘eigen’ manier kan doen, een onderneming die past bij deze tijd.
Mogelijk kent u mij ook vanuit mijn andere passie, het tonpraten. Al enkele jaren treed ik ‘onder de rivieren’ op als grappenmaker. In eerste instantie dacht ik dat deze combinatie elkaar in de weg zou zitten, maar gelukkig blijkt het elkaar eerder te versterken. En daar ben ik enorm trots op. Een lach en een traan liggen dicht bij elkaar. Het is bijzonder dat ik in dit werk soms voor een lach kan zorgen, al is het maar een glimlach. Bovendien helpt mijn ruime podiumervaring mij bij het vormgeven van een mooie afscheidsceremonie, telkens weer uniek en op maat gemaakt.
In essentie spreekt hier een heel trotse man, trots en gelukkig met de twee bijzondere en mooie ‘beroepen’ die ik uitoefen. Het is voor mij altijd een eer als ik iets kan betekenen, of het nu met een lach is of met een traan.
Met warme groeten,
Boy Jansen